Ik ben mijn wachtwoord vergeten

Nieuws

De Brabantse les

De provincie Brabant heeft met veel grote woorden een nieuw beleid aangenomen waarmee ze stellen de landbouw versneld te gaan verduurzamen. Ze voelen zich gedwongen, omdat de landbouw zelf niet lijkt te horen wat de maatschappij vraagt.
 
Als we echter naar de feiten kijken blijkt de grote transitie die de politiek zegt ingezet te hebben met hun dappere besluiten, niet meer te zijn dan een zeer eenzijdige actie gericht op de stikstofemissie uit de veehouderij. Die emissie moet beperkt worden – en hoe dat moet heeft de politiek ook alvast besloten voor de boeren die het betreft. Brabantse veehouders moeten versneld hun stallen aanpassen aan de nieuwste technieken wat betreft ammoniakemissie. Dit betekent dat veehouders verplicht worden om grote investeringen te doen die slechts gericht zijn op een geïsoleerd thema binnen hun totale bedrijfsvoering. Dit heeft niets, maar dan ook werkelijk niets van doen met een transitie naar de duurzame, volhoudbare landbouw van de toekomst. Sterker nog: de toekomst zal laten zien dat deze besluiten een transitie van de Brabantse landbouw danig in de weg staan. Veehouders worden gedwongen niet-rendabele investeringen te doen. En om deze toch te kunnen financieren rest hen niets anders dan het oude uitgesleten pad van verdere schaalvergroting en intensivering te bewandelen. Niks geen transitie naar een duurzame landbouw maar, onder druk van de politiek, voortgaan op de oude weg. Maar hoe nu verder? Is het echt allemaal de schuld van de politiek? Of hebben we zelf ook een verantwoordelijkheid in deze hele soap?
 
Al ruim 30 jaar worstelen we met het mestprobleem en de laatste jaren zijn er alleen maar hoofdpijndossiers zoals biodiversiteit, landschap, dierenwelzijn, fosfaat, klimaat en last but not least de volksgezondheid bijgekomen. Al deze thema’s worden direct in verband gebracht met de landbouw en niet op een positieve manier. “Maar als de consument wil dat we het helemaal anders doen, dan moet hij daar ook maar voor gaan betalen,” roepen we dan vanuit de landbouw. En daar maken we een denkfout: 80% van wat wij produceren gaat naar consumenten in het buitenland. Consumenten die niet ervaren wat onze manier van landbouw bedrijven betekend voor ons milieu, ons landschap, de biodiversiteit, het dierenwelzijn of zelfs de volksgezondheid. Die 20% die de Nederlandse consument nodig heeft kunnen we heel goed zo produceren dat we alle eerdergenoemde problemen kunnen tackelen. Maar wie heeft er nu belang bij om ook die andere 80% te produceren? Dat zijn wij, de boeren, en de verwerkende en toeleverende industrie. Is het dan ook niet aan die drie partijen om verantwoordelijkheid te nemen voor de minder mooie aspecten die onze landbouw met zich meebrengt? De kwaliteit van onze producten staat buiten alle discussie. De waardering voor de individuele boer is nog steeds hoog. Maar als gehele sector dreigen we de draagkracht van onze omgeving te overschrijden. We moeten zelf de verantwoordelijkheid en de regie nemen om in te zetten op een landbouwontwikkeling die vanaf nu als eerste rekening houdt met de draagkracht van onze omgeving en van daaruit kijkt welke ontwikkelingen wel en niet gewenst zijn. Daar zullen we als gehele sector elkaar ook op moeten durven aanspreken en zelfs harde afspraken over moeten maken. Pakken wij die handschoen niet op dan krijgen we in heel Nederland Brabantse toestanden.
 
Alex Datema
melkveehouder te Briltil en voorzitter BoerenNatuur.nl