In een circulaire veehouderij worden reststromen uit de humane voedingsindustrie verwaard tot veevoer. Een van deze reststromen bestaat uit droge bakkerijbijproducten die zetmeelrijke granen in het varkensvoer kunnen vervangen (circulair voer). Op een varkensbedrijf in Scherpenzeel zijn twee experimenten uitgevoerd: een vergelijking en een keuzeproef. In de vergelijking kregen de gespeende biggen wel en geen bakkerijbijproducten (33%) in het gepelletteerde mengvoer. Gedurende vier ronden werden de resultaten van 160 biggen met en 160 biggen zonder bakkerijbijproducten vergeleken, in totaal 320 (32 x 10) biggen. De biggen met het circulaire voer namen meer voer op en groeiden harder, de voederconversie was gelijk. In de parallelle keuzeproef namen de 8 x 40 biggen in de eerste weken meer van het circulaire op, maar in de laatste weken was de opname gelijk. Er waren geen gezondheidsproblemen tijdens het onderzoek en er was geen sterfte. De conclusie vanuit deze proef is dat het goed mogelijk is om een deel van de granen te vervangen door bakkerijbijproducten, resulterend in betere resultaten met een circulair voer.