Honingbijen dragen in grote mate bij aan de bestuiving van allerlei gewassen die ons dagelijks menu gevarieerder maken. Denk aan de inzet van bijenvolken bij openluchtteelt van appels en peren of koolzaad, maar ook aan bessen of aardbeien. Onder glas of in tunnels worden bijen ingezet voor de bestuiving van bijvoorbeeld paprika’s, courgettes en aardbeien.
Lucratief
Voor een imker is de bestuivingsperiode lucratief vanwege de bestuivingsvergoeding die met de teler is afgesproken. Na de bloei kan er vaak honing worden geoogst.
De bijen waren voor de teler van belang om later in het jaar een grote oogst te kunnen afzetten. Zo kunnen imkers en telers samen verdienen met bijen.
Samen verantwoordelijk
Om het voorgaande mogelijk te maken is er gedurende het jaar meer nodig. De bestuivingsperiode van gewassen is vooral bij de openluchtteelt massaal en van korte duur. Wil de vruchtzetting goed zijn dan vereist dat de inzet van enorme hoeveelheden bijen. Die moeten wel beschikbaar zijn. Dat vereist voor en na de bestuivingsperiode het een en ander van de imker maar in feite ook van de teler.
Voor de meeste telers weegt het advies van hun teeltbegeleider of gewasbeschermingsdeskundige zwaar. We hebben wat voorbeelden voor u op een rijtje gezet in de factsheet ''Bedrijfsleven stimuleert samenwerking telers en imkers".
Diversiteit als remedie
Bijen dragen met hun bestuivingswerk bij aan de biodiversiteit. Zaadvormende gewassen trekken vogels en kleine zoogdieren aan. Die gewassen leveren hen tevens beschutting en kunnen waardplant zijn voor de voortplanting van andere insecten. De diversiteit die daarmee aan dierlijk leven ontstaat, draagt bij aan het tegengaan van plagen in onze teelten. Dat scheelt in de inzet van gewasbeschermingsmiddelen.
Voor wat, hoort wat
Gebrek aan bloeiende natuur is één van de oorzaken dat de stand van zowel solitaire als honingbijen in ons land achteruit gaat. Honingbijen leven als volk, ook in de winter. Het kunnen beschikken over voldoende en gevarieerd voedsel jaarrond is van levensbelang. Niet alleen voor de mens geldt de ‘schijf van vijf’ maar voor vrijwel al het dierlijk leven, ook voor bijen. Op grote schaal meer bloeiende natuur creëren is een vereiste voor het terugkrijgen van een goede bijenstand in ons land en in Europa.
Op ‘grote schaal’ kan bereikt worden door op kleine schaal rekening te houden met wat er nodig is voor bijen. Stroken met de juiste bloeiende gewassen, een erf voorzien van een gevarieerdere beplanting met bijvoorbeeld wat wilde rozen in de windsingels, in een weiland de klaver tot bloei laten komen of een berm niet maaien op het hoogtepunt van de bloei maar pas daarna.
Wat ook helpt is een plekje reserveren voor wat bijenkasten en een imker uitnodigen een paar volken te plaatsen.
Zo helpen we de bijenvolken de periode doorkomen waarin wij ze niet nodig hebben zodat ze het jaar daarop weer in grote getale beschikbaar zijn.