KRW-nummer: 08035
Contact: Dr. Ir. E.J.J. van Slobbe (0317 486 549, erik.vanslobbe@wur.nl
Samenvatting uit IP/KRW eindrapport
Binnen het onderzoeksproject ‘Terugdringing fosfaatafspoeling boerenland’ in het kader van het programma Innovatie KRW heeft ARCADIS verschillende rollen gehad. Een hoofdtaak van ARCADIS was de opschaling van de effecten van de maatregel ijzerzakken. Het doel is te komen tot een opschaling van de resultaten van de proeven die binnen het onderzoek zijn uitgevoerd, om een uitspraak te kunnen doen over de te verwachte waterkwaliteitsverbetering na invoering van de maatregel. Hierbij is de centrale vraag: hoe kunnen we de resultaten van enkele proefopstellingen opschalen om hiermee een uitspraak te kunnen doen over de verwachte waterkwaliteitsverbetering na invoering van de maatregel?
Het opschalen van de effecten van maatregelen bleek complex. Ondanks dat was het wel mogelijk om een algemene methodiek te ontwikkelen. Hierbij wordt de emissieafname uitgerekend door het deel van de emissie waarop de maatregel ingrijpt te vermenigvuldigd met het rendement van de maatregel.
De acht uitgevoerde proeven hebben een breed scala aan inzichten en resultaten opgeleverd. De resultaten van de proeven op de verschillende proeflocaties laten een grote bandbreedte zien in het rendement van de maatregel ijzerzakken. Er zijn vele factoren die de effecten van de maatregel op grotere schaal beïnvloeden. Daarom was het nodig om een flink aantal aannames te doen om de verwachte waterkwaliteitsverbetering bij opschaling te bepalen. Omdat de veldproeven in kleigebieden uitgevoerd zijn, en de maatregel met ijzerzakken in bestaande of gegraven greppels geschikt en effectief blijken voor kleigebieden, doen we bij de opschaling alleen uitspraken voor kleigebieden. Bij het optreden van oppervlakkige afstroming kan de maatregel zeker ook gebruikt worden in zand- en veen gebieden. Per toegepaste ijzerzak zal dan een bepaalde emissieafname bereikt worden.
Landelijke cijfers laten zien dat de totale fosfaatbelasting van de wateren in Nederland 19*106 kg P per jaar bedraagt, waarvan het grootse deel (13*106 kg P per jaar) via de grote rivieren afkomstig is uit het buitenland. Voor regionale –niet grensoverschrijdende- wateren is de landbouw een grote bron van fosfaat. Door het toepassen van ijzerzakken in kleigebieden kan een afname van de totale fosfaatbelasting tot 6*105 kg P per jaar bereikt worden. Om het effect van de maatregel op de waterkwaliteit in beeld te brengen, worden twee categorieën wateren bekeken: 1) regionale wateren in een gemiddelde situatie: de landbouw is hier de bron van 50% van de fosfaatbelasting, 2) regionale wateren in landbouwgebieden. Hier kan landbouw tot 100% van de fosfaatbelasting veroorzaken.
Voor de eerste categorie levert de maatregel een verbetering op van een gemiddelde concentratie van 0,21 mg P/l naar een nieuwe concentratie van 0,14 tot 0,20 mg P/l. Dit is een kleine tot significante vermindering. Voor landbouwwater in de tweede categorie resulteert het in een nieuwe concentratie van 0,07 tot 0,20 mg P/l. Uitgaande van een Goed Ecologisch Potentieel – doelstelling vanuit de Kaderrichtlijn Water van 0,15 mg p/l kan de maategel in landbouwgebieden zeker bijdragen aan het behalen van de doelstelling. Verhoging van het rendement van de maatregel kan leiden tot een verdere verbetering van de waterkwaliteit.
Ook kan gezocht worden naar aanpassing van de maatregel zodat deze breder toegepast kan worden (gebruik van ijzerzakken of het materiaal voor duikers, in sleuven langs het land, in drains). De beschreven waterkwaliteitsverbetering is alleen van toepassing op de kleigebieden van Nederland, omdat dit het gebied is waar de maatregel en opschaling is toegepast.