Aanvulgrond wordt in de boomteelt gebruikt om bodemdaling (inklinking van veengrond
in Boskoop en omstreken) en afvoer met kluiten te compenseren. Voor aanvullen/
ophogen van een gerooid perceel kunnen meerdere materialen gebruikt worden,
afhankelijk van het doel en de kosten per eenheid product. Aanvulgronden kunnen zowel allerlei organische stoffen (compost, veen, dierlijke mest, boomschors) als minerale delen (klei en zand) bevatten. De minerale delen zijn vrijgesteld binnen de mestwetgeving.
Bemeste aanvulgronden vallen onder het stelsel van gebruiksnormen. Een onbemeste aanvulgrond kan zonder beperkingen vanuit de mestwetgeving aangebracht worden.
Voor veen is de werkingscoëfficiënt van N op 0 gesteld.
Het gebruik van veen in aanvulgrond kent echter aanzienlijke broeikasgasemissies. Uit (intern)onderzoek (BMA, 2008) blijkt dat het gebruik van 1 ton veen in deze aanvulgrond
een broeikasemissie profiel van 1200 kg CO2-eq. heeft. Dit betreft zowel CO2 als N2O in de gehele keten.